zondag 20 november 2011

So just coast with me...

Hello hello, avid readers!

Hoe gaat het met jullie allemaal, daar aan de andere (koude!) kant van de wereld? Hier is alles (nog steeds) in orde. We zijn ondertussen al een groot aantal ervaringen rijker (Did I mention two days ago I held a deadly snake? En een koala, maar: slang! :D) en een groot aantal dollars armer. Maar ja, we hebben er voor gewerkt en gespaard, dus we proberen de balans te vinden tussen te veel uitgeven en onszelf niet tekort te doen. :)

Op dit moment zijn we in Cairns, where we've been for the last week, maar morgen zetten we uit naar Townsville en Magnetic Island, dus ik vermoed dat de volledige blogpost niet in Cairns zal uitgetypt worden. Tenzij ik een plotse aanval van vlijtigheid krijg, natuurlijk, maar jullie die mij kennen, zijn op dit moment waarschijnlijk je hoofd aan het schudden. :p Vlijtig, I am not exactly.

Soit soit, het is mijn job om de draad op te pikken waar Em die achterliet, and unless I am very much mistaken, was dat in Alice Springs! Cairns etc zal nog een tijdje moeten wachten, vrees ik, want veel tijd is gepasseerd tussen die datum en vandaag. (Ik denk dat we Alice verlieten op 9 September, en we zijn vandaag 12 November, dus... Speaking of, Happy Birthday to my darling cousin! Jamie, kweet nie of je dit leest, en tegen dat het online komt, zal het je verjaardag niet meer zijn, maar bij deze. :) Hope you've had/are having a great day!)

Van Alice naar Darwin gingen we met de bus (Greyhound Bus Services is niet precies een openbare bus service, maar wel eentje gericht op backpackers zoals wij, die het hele land rondgaat, in case you haven't heard of it), een nieuwe ervaring voor ons. En, eerlijk is eerlijk, het begon niet echt ideaal. We vertrokken 's avonds en het was heet in Alice Springs (een plezante verandering van Adelaide, van 21/22°C naar 36/37°C!), dus uiteraard stond de airco aan. Jammer genoeg werd het buiten kouder en kouder, en dus in de bus ook! Later vertelden ze ons in een roadhouse dat de buschauffeur de airco in het begin van de avond hoog zet omdat dat het moment is dat ze het meest slaperig worden, maar op het moment zelf was het nogal pijnlijk. We hadden geen van beiden veel bij ons in the way of layers, en onze valiezen lagen in de bagageruimte, dus...

Uiteindelijk vroeg Em om de airco iets lager te zetten, en deed hij dat ook. Maar dat loste de andere problemen niet op: er zaten een aantal, uh, laten we het 'geurige' mensen noemen, in onze bus, en dat was niet zo aangenaam, in het bijzonder als ze vlak achter je zaten. Maar goed, you deal with that.

Nog minder tof werd het toen we rond 1u30 ('s nachts, welteverstaan) in Tennant Creek aankwamen. We werden zonder pardon van de bus geschopt in een Transit Center met de verklaring dat de bus post moest gaan ophalen, en dat we terug zouden vertrekken om 3u30.

Yeah. That didn't go down really well.

Alle, ik snap dat hij post moet ophalen, en hij moest in Tennant Creek wachten tot de bus van Mt. Isa aankwam, zodat hij hun post naar Darwin kon meenemen, maar wat ik volledig, totaal NIET snapte, was dat wij van de ondertussen vrij warme bus in de kou moesten gaan staan voor 2 uren. Het hielp niet dat we ondertussen toch al wat gewoon waren aan de warmte, en het 's nachts koud was, zeker in de wind. Waarom, in godsnaam, mogen er geen mensen op de bus zitten terwijl je post laadt? Ik kan er echt geen deftige verklaring voor bedenken.

Uiteindelijk terug op de bus, na veel vloeken (sorry for the Facebook statusses, guys :/), en gelukkig rechtstreeks naar Katherine, wat onze enige tussenstop was. We hadden gelezen dat het Nationaal Park daar (Nitmiluk NP) best de moeite waard was, en aangezien we de tijd hadden en het inbegrepen was in ons ticket, dachten we waarom niet?

Katherine bleek een uitstekende keuze, en ook een nieuwe ervaring in de zin dat we kampeerden! Het Nationaal Park heeft een Tent Camp (een ingenieus idee dat ik hoop dat veel andere parken overnemen) met vaste tenten die je kan huren per nacht. Je slaapt echt in de wildernis (kangoeroe's vlak naast onze tent zodra het donker werd!) en op wandelafstand van het park. :) Omdat we daar zo vroeg al waren (rond de middag), beslisten we om die avond nog een sunset cruise met diner mee te pikken (3 gangen!).

Het was ietwat duur op de portefeuille, maar ik heb er nog geen moment spijt van gehad, want het was een fantastische ervaring. We gingen inderdaad op de rivier tijdens de zonsondergang, en zagen de kleuren veranderen op de rotsen van de Katherine Gorge. Amazing, truly. You can check out our pictures on Facebook, if you want. :) Most scenic dinner of my life (and it was pretty damn delicious too. And did I mention there was champagne included?), even better than Uluru. :)

De volgende dag gingen we gaan kayakken op de rivier, iets waar ik Emmy tot had moeten overtuigen. :p De rivier was namelijk de broedplaats/thuis van een degelijke hoeveelheid krokodillen. Before you all start calling me suicidal: zoetwaterkrokodillen! Niet-mensen-etende-krokodillen, dus. Ondertussen kennen we het verschil al goed, want als er iets is dat het noorden van Australië veel van heeft, dan is het wel krokodillen.

Soit, Emmy was overtuigd, en we gingen de kayak in! We waren van plan om een hele dag te doen, maar er waren geen plaatsen meer vrij, dus werd het een halve dag. Bleek een geluk in een ongeluk, want na een halve dag waren onze ongetrainde armen al redelijk, uh. Uitgeput. :p Was fun though. Geen foto's, want camera + rivier does not a good combination make, maar zeker een goed idee. :)

We bleven maar twee nachten in Katherine, dus vlug daarna was het de bus terug op en in de richting van Darwin! Geen crazy stops, smelly people of ijskoude airco deze keer, en we kwamen in de late namiddag in Darwin aan.

Ik kan me voorstellen dat het moeilijk is om je de afstanden in te beelden, en de uren die wij in de bus spendeerden, maar in ruwe vergelijking: Alice Springs naar Darwin is min of meer van Zwitserland naar het meest noordelijk punt van Denemarken. Niet te verwaarlozen dus. :)

Darwin op zich was pretty cool, voor al dat we daar maar vier dagen waren, een logistiek probleem van onze kant, want we hadden onze vlucht van Darwin naar Cairns geboekt voor we beslisten om te overnachten in Katherine. Soit, ik ben blij met de tijd die we in Darwin hadden. :)

We couchsurften ook daar weer, onze tweede ervaring die heel wat vlotter ging! Onze host was Brooke, een twintiger die alleen woonde in een appartement en die veel ervaring had met hosten. Op haar profiel klonk ze een beetje streng, maar dat bleek helemaal niet zo te zijn (meer een verdedigingstactiek tegen weirdo's). Brooke was vriendelijk, open met ons; en het was echt een ervaring die onze tijd in Darwin verrijkte. Op onze eerste avond trokken we naar de Mindil Night Markets, een soort eten/arts & crafts markt die iedere donderdag en zondag vlak naast het strand gehouden wordt. Er is een fantastische zonsondergang, en dan loop je tussen al de etenskraampjes (eentje ervan genaamd het Roadkill Cafe, waar ze niet echt roadkill verkochten –hopen we-- maar wel typisch Australisch vlees: kangoeroe, kameel, krokodil, etc. None of which we've tried so far. :/) een de straatartiesten.

Zeker een goeie aankomst in Darwin, dus. :)

Verder hebben we nog een aantal dingen gedaan in onze beperkte tijd in Darwin: een bezoekje aan het strand (en de Wave Lagoon, waar ze kunstmatige gigantische golven maakten: so. awesome.), Crocosaurus Cove en Litchfield National Park.

Crocosaurus Cove was, zoals je je wel al kunt inbeelden, een park over krokodillen! Zoutwaterkrokodillen, of Estuarine Crocodiles, deze keer: wel-mensen-etende-krokodillen. Er waren verschillende kooien, we kregen demonstraties van hoe je krokodillen voedt, en dan mochten we zelf proberen met de baby's! Er was ook een mogelijkheid om met de krokodillen te “zwemmen”, waarover ik had gelezen, waar ze je in een kooi laten gaan die van glas gemaakt is, en die dan in het water van één van de enclosures laten zakken. Jammer genoeg deden ze dat niet meer, dus was ik stuck met het waterbassin naast de kooi van de baby-krokodillen, met een 16cm tussen ons. :(

Litchfield National Park was ook zeker de moeite, het is een park dat bekend staat voor z'n watervallen. Wij bezochten er 3, met zwemmogelijkheid in eentje. 's Ochtends gingen we ook op een cruise op de Adelaide River, zeker een unieke ervaring. De Adelaide River zit namelijk vol met, wederom, krokodillen! Zoutwater, ergo, people-eating. The thing is, krokodillen hebben zeer veel spierkracht in hun onderlijf, waardoor ze zich zeer snel kunnen oprichten, en precies uit het water springen. Op de Adelaide River hebben ze er een soort attractie van gemaakt om een boottocht op het water te doen en een vislijn met vlees over de krokodillen te danglen, waar door ze uit het water komen om te eten. Ergo: jumping crocodiles!

Kinda scary, but definitely a fun thing to see. :)

Ook op onze lijst stond het Kakadu National Park, het (denk ik) grootste NP in Australië. Jammer genoeg zijn we er niet geraakt, mainly because the park is actually pretty far away from Darwin. Daardoor doen de ééndagstours weinig dat ons aansprak, en de twee/drie dagen tours waren allemaal veel te duur. Dus hebben we, met spijt in het hart, Kakadu moeten overslaan.

Na een (veel te vroege, I never want another 3:30AM wake-up again, ever) taxirit en oersaaie wachttijd, konden we eindelijk onze vlucht op en 'lo and behold: we were in Cairns!

Cairns brengt, zelfs nu, een beetje gemixte gevoelens teweeg, bij mij toch. Laten we zeggen dat onze eerste tijd in Cairns zeker geen goede indruk maakte. We waren hier maar een week (ongeveer, misschien iets langer), en toch een goed aantal dingen gingen fout.

Ten eerste, was onze couchsurfing host niet ideaal. And when I say that, I mean it. Hij was gewoon een beetje.... vreemd. Niet dat we ons onveilig voelden ofzo, helemaal niet, maar zijn social skills lieten heel wat te wensen over! (Laten ontdekten we dat hij een milde vorm van Asperger's Syndrome heeft.)

Ten tweede, werd ik ziek. Ik kreeg wat keelpijn, en dacht: het is een valling. Klinkt misschien vreemd, aangezien we voortdurend in 30+°C waren sinds Alice Springs, maar net omdat het hier zo warm is, heeft iedereen (uit noodzaak, weliswaar) airconditioning. Dus ja. Maar m'n keelpijn bleef duren en werd erger en erger, en toen ik op een gegeven moment zeker was dat ik koorts had, was het toch tijd om de dokter te bellen.

Long story short: keelontsteking. Nu, een keelontsteking is niet het einde van de wereld, maar ik was moe, ik had ongelooflijk veel heimwee (when you're sick, you just want your Mom, am I right?), en onze host toonde wederom spectaculair weinig begrip. De avond nadat ik naar de dokter geweest was, en de antibiotica dus nog niet echt ingetreden hadden, kwam hij plots in de zetel naast me zitten (ik had totdantoe in de zetel geslapen en Emmy op een luchtmatras). Het was ongeveer 9u en ik was uitgeput, ik had koorts en voelde me miserable, en ik had net mijn pyjama aangedaan en aangekondigt dat ik ging slapen. Plots ploft hij naast mijn hoofd neer en kondigt hij in luide toon aan “I'm bored!”. En toen keek hij met een heel duidelijke blik naar ik en Emmy. Ik had echt zo de “What, do you want ME to entertain you?”

Uiteindelijk hadden we er genoeg van, en na een dag of 5 trokken we uit zijn huis en in een hostel. Hetzelfde waar ik op dit moment in verblijf, eigenlijk. :) Genaamd het Njoy, en best wel een goede plaats. We hebben ondertussen toch al in een aantal verschillende hostels geslapen, en kunnen al wat vergelijken, en de Njoy is best wel goed, prijs-kwaliteit verhouden.

Dus nadat we naar een hostel trokken, ging de zoektocht naar werk verder. Het plan was namelijk om een tijdje in Cairns te blijven en te proberen onze fondsen wat aan te vullen. Bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan: van zodra je travellers zegt, krijgen ze zo'n shifty blik in hun ogen, en is het van “we were looking for someone more long term.” Ik kan dat de mensen niet echt kwalijk nemen, het duurt een 3tal weken voor iemand echt volledig ingewerkt is, en als je al na een maand of 6 weken vertrekt...

Dus daarna trokken we naar een bureau genaamd Happy Travels, dat zich als enige leek te specializeren in werk voor backpackers. Het was 99% werk in de outback, maar dat deerde ons echt niet, want we wilden dat ook wel eens ervaren. (And experience it we did. :p)

We moesten onze vaardigheden en ervaring opgeven, en aangezien ik (een klein beetje) ervaring had in de keuken, kreeg ik de volgende dag al telefoon dat er werk was voor mij! Was een beetje goed en slecht, want ik was nog aan het recupereren van m'n keelontsteking, maar ik kon niet echt nee zeggen!

Dus ik naar Happy Travels, aan de telefoon met Debbie, m'n toekomstige bazin en de eigenares van Chillagoe Tourist Village. Alles in orde, en op woensdag werd beslist dat ik maandag met de bus naar Chillagoe, een klein dorpje in de outback van Queensland met ongeveer 250 inwoners, zou trekken om een 4-6 weken in het CTV (oftewel 'the roadhouse') te werken. Was ideaal, aangezien ik tijd zou hebben om Cairns wat beter te leren kennen en volledig te genezen, en Em en ik tijd hadden om voor verschillende weken afscheid te nemen. Em had op dat moment namelijk nog geen werk gevonden.

Jammer genoeg, donderdag morgen (veel te vroeg op donderdag morgen) ging m'n gsm: Giulia van Happy Travels. Debbie had gebeld om te vragen of ik vrijdag al op de bus zou kunnen springen en zaterdag beginnen. Ik wilde eigenlijk niet echt, maar kwas niet echt in een positie om nee te zeggen dus there I went! Gelukkig op diezelfde dag ook goed nieuws: in de pub in Chillagoe (1 van de 2, kan je geloven dat een dorp met 250 mensen twee pubs kan onderhouden? :p) had er een meisje haar ontslag gegeven, en Em ging haar plaats nemen! Ze kon maar een week later beginnen, dus ze moest nog ietsje langer in Cairns blijven, maar we gingen tenminste geen weken elk aan een kant van de staat zitten! :)

Chillagoe zelf is moeilijk te beschrijven. Ik zou drie, vier paginas vol kunnen schrijven, en tegelijkertijd kan ik alles in een paragraaf of twee beschrijven. :) Het dorpje zelf is zeer zeer klein. ¾ echte straten, veel Aboriginals en veel mijnwerkers dichtbij (want de enige industrie in Chillagoe is de mijnindustrie, en misschien een klein klein beetje toeristen). Het was er echt echt heet. En niet Cairns heet of zelfs Alice Springs heet. Een hele andere klasse heet. De eerste paar weken dat ik daar was, was het consistently tussen de 42 en de 45°C. In de schaduw. En dat was dan nog niet eens op het warmste punt van de dag. Het is echt moeilijk om je die hitte in te beelden, zeker als je tot op dat punt in een land geleefd had waar het een zeldzaamheid was dat de temperatuur boven de 35°C gaat.

Gelukkig is het mensenlichaam gemaakt voor aanpassing, en aanpassen deden we, want we moesten allebei in die hitte werken! Em werkte in de pub als barmaid, dus haar job was om mensen te bedienen. :) Er waren twee barmaids die shifts afwisselden: de ene dag werk je 10u – 16u en de andere dag 16u – sluitingstijd. De andere barmaid heette Desiree, en er was ook een kok, Joanna. Beide waren Duits but we didn't hold it against them. ;) Ray was de eigenaar van de pub, maar hij moest kort na haar aankomst in de pub naar het ziekenhuis buiten Chillagoe voor een operatie, en Rachel nam over.

Ik weet wat jullie nu denken, en ja: als je ziek bent in Chillagoe, moet je elders naartoe. Er is zelfs geen dokter, enkel een free clinic met een aantal soort-van verpleegsters en een effectief doktersbezoek elke 3-4 weken. Er is zelfs geen supermarkt in Chillagoe! Er is een general store en the roadhouse (waar ik werkte) had een beperkte winkel, maar de voorraad moest wekelijks uit Cairns en/of Mareeba ingebracht worden door de eigenaars zelf! That's how tiny the place was, guys.

Mijn job was iets anders dan die van Em, ik werkte in het tourist village/roadhouse en moest dus meer verschillende dingen doen. Ik werkte twee shifts, 's ochtends van 9 – 13u of 10 – 14u, en dan 's namiddags 16 – 20u. De ochtendshift was meestal voor housekeeping, afhankelijk van hoeveel er was. We hadden naast kampeerplaatsen een aantal motel units en cabins waar redelijk vaak mensen in verbleven, en die moesten volledig gekuist worden telkens iemand vertrok, plus er was altijd ook de gemeenschappelijke toiletblokken. (If I never see another toilet to clean again, it will still be too soon.) Ik werkte samen met een Brits meisje, Kat, en als er veel werk was 's morgens, deden we dat samen. Anders deed één van ons het housekeeping en bleef de andere in de shop/keuken. Dus voornamelijk de kassa voor mensen die boodschappen deden, en eten klaarmaken als er bestellingen waren. (Wees gerust, geen haute cuisine hoor. Hamburgers, steakburgers, verschillende soorten sandwiches, spek & eieren, etc. The basics. :) En voor je het vraagt, nee, ik heb nooit iemand vergiftigd! :p) Het was geen uitzonderlijk moeilijk werk, maar wel zwaarder dan je zou denken, zeker in dat weer. Ik moest soms 10 tot 15 bedden strippen en opnieuw maken, afstoffen, de gootsteen kuisen, de badkamer kuisen, stofzuigen en dweilen in elke unit/cabin/kamer. En in die temperaturen, je kan je wel voorstellen hoeveel ik zweette. :p

De avondshift was dan allebei in de keuken/shop om het avondeten klaar te maken en te kuisen. :) We hadden een aantal road councilmen (kerels die de wegen in de outback onderhouden) die van maandag tot vrijdag bij ons verbleven, en we maakten meestal een buffet voor hun klaar, aangezien ons menu nogal beperkt is. :)

De weken waren iets langer dan thuis, ik werkte 10 dagen en had dan 4 dagen vrijaf; Em werkte elke dag. It was fun, though. Een leuke ervaring waar we toch een paar toffe mensen hebben leren kennen (Em, Kat, Joanna en ik gaan in januari met een busje roadtrippen van Sydney naar Melbourne!) en het was iets volledig tegenovergesteld van thuis. Ik kan me echt geen groter contrast inbeelden. :p

Er was niet echt veel te doen in de vrije tijd, dus hebben we beiden goed kunnen aan ons kleurtje werken. :p Er was een “waterhole”, een natuurlijke vijver of sorts, waar fris en relatief proper water diep genoeg was om te zwemmen, dus daar gingen we af en toe heen. 's Avonds gingen Kat en ik regelmatig naar de pub om met Em en de andere meisjes te babbelen. The roadhouse had ook een zwembad waar ik regelmatig tussen m'n uren of op mijn vrije dagen in plonsde. Anders hebben we veel gelezen, veel TV gekeken en veel gezweet! :p

Jammer genoeg, aan alle mooie liedjes komt een eind, en na 6 weken voor mij, 4 weken voor Emmy, moeten we afscheid nemen van iedereen en trokken we terug naar Cairns.

Billie, een kerel die naast de pub waar Emmy werkte, woont, boodt ons een lift aan, wat wel gemakkelijk was want de bus van Chillagoe naar Cairns is $60. Which is ridiculous, I know! Hij gaf ons twee opties: oftewel kon hij ons afzetten in Mareeba waar we dan de bus naar Cairns konden nemen (die gelukkig maar $17 is), ofwel konden we roadtrippen met hem. Hij ging namelijk z'n nicht ophalen in Townsville (via de Atherton Tablelands) en dan via Mission Beach terug naar Cairns rijden, en hij zei dat we zeker mee konden gaan for the ride. Aangezien hij vroeger als tourguide had gewerkt, kon hij ons ook dingen laten zien enzo.

We beslisten om met hem mee te gaan tot Townsville en terug, en zo begon onze roadtrip! Het was best wel tof, if a little cramped sometimes, especially when his cousin joined us. :p Maar we hebben veel gezien dat we anders zouden overgeslaan hebben, en daar ben ik wel dankbaar voor. Op de eerste dag reden we door de Atherton Tablelands, en bezochten we Lake Eacham (een zoetwatermeer waar Em en ik ook eventjes in afkoelden) en the Curtain Fig Tree. Die laatste is moeilijk te beschrijven (it's a tree, you know?), maar check de foto's op Facebook: indrukwekkend!

We overnachtten in Townsville, in een klein maar net en goed gemanaged hostel vlak naast zowel het strand als de grootste attractie in Townsville: Reef HQ oftewel een aquarium gewijdt aan het Great Barrier Reef. :) Aangezien Billie 's ochtends een vriend van hem wou opzoeken en ons rond de middag zou oppikken, gingen Em en ik dan maar naar het aquarium, and I'm pretty glad we did. :D Het was die dag incidentally ook mijn verjaardag en hoewel ik het jammer vond om zo weinig vrienden bij me te hebben, was het wel een coole dag. :) 's Namiddags gingen we namelijk naar Crystal Creek, een zwemplaats tussen Townsville en Mission Beach, met rock slides! (Rotsen die zo glad zijn dat je ze als glijbaan kon gebruiken.) De slides waren niet spectaculair, but so much fun! :D

Dan terug de auto in, een stop bij de Frosty Mango voor een ijsje (en een charmante foto met gele tongen die je op Facebook kan bewonderen :p), en op naar Mission Beach. Het weer was iets minder op dat moment: het regende vrij fel in Mission Beach en we konden daar dus ook niks bezoeken. Niet dat we de tijd hadden, we kwamen om 7u 's avonds aan en tegen dat we gegeten hadden (met dessert, it was my birthday after all!), waren we allemaal volledig uitgeput en was het bedtijd. But it was a nice birthday. :)

Op dag drie gingen we bijna recht van Mission Beach naar Cairns, met een korte stop aan de Josephine Falls. Ook daar was er een rock slide, which, yay! Het was toch een beetje anders, want deze slides waren iets gevaarlijker. Aangezien het zoveel geregend had, was het water dieper en waren er sterke stromingen. Je moest goed opletten datje daar niet in terecht kwam, anders kon je je verwachten aan gebroken ledematen of erger!

Gelukkig ging alles goed en zijn we allemaal nog in één stuk, maar de tweede slides waren toch anders dan de eerste. (I preferred the first ones. ;)) Na Josephine Falls was het terug in de auto en rechtstreeks naar Cairns!

The second time around was Cairns toch wel stukken beter! Gedeeltelijk omdat de druk van werk vinden er af was, en ook omdat we leukere dingen gepland hadden! Onder andere een vaste waarde in het programma van backpackers: Great Barrief Reef!

We waren van plan om een viertal dagen in Cairns te blijven, en the reef trip was de eerste van onze avonturen. We vertrokken vroeg 's morgens, voornamelijk omdat de boot uit Port Douglas vertrok (een stadje ongeveer een uur ten noorden van Cairns). We hadden daarvoor gekozen omdat letterlijk iedereen zei dat het beter is om vanuit Port Douglas te vertrekken. Cairns is een vrij grote stad met afval en toerisme en alle negatieve gevolgen daarvan. Het rif bij Cairns is dus wat meer beschadigd, terwijl Port Douglas meer ongerept is.

Dus 's morgens op de bus en dan op de boot (SilverSonic, was onze boot), op weg naar het reef. Emmy was nogal wat zeeziek op de weg naar het rif, jammer genoeg, maar ze heeft niet moeten overgeven! (phew!) Gelukkig ging het over van zodra we in het water gingen snorkelen.

Over het snorkelen zelf zou ik kunnen blijven babbelen. The Great Barrier Reef is....ongelooflijk. Fantastisch. Verbazingwekkend. Er zijn niet genoeg adjectieven in de Nederlandse taal om het te omschrijven, het is zonder meer uniek en... Ik weet het zelfs niet meet. De foto's doen het geen justice. Zeker de onze niet!

Het is niet alleen het zwemmen letterlijk tussen de vissen, maar ook het koraal: de regenboog van kleuren en vormen, ik kan het echt niet beschrijven. Ik kan alleen zeggen dat ik me ongelooflijk vereerd voel dat ik de mogelijkheid heb gehad om dat te zien. Twee keer zelfs. It is truly amazing. Stunning. Magnificent. En zo zou ik wel nog een tijdje kunnen doorgaan.

Soit, we hebben foto's genomen (565 foto's zelfs) en die zullen snel online komen (de mijne toch), maar ik verzeker jullie: de foto's verbleken in vergelijking met het echte.

We zijn drie keer gaan snorkelen, twee keer twee uur en één keer anderhalf uur. Het is echt ongelooflijk hoe snel de tijd gaat. :) Snorkelen zelf was een beetje van een aanpassing (ever tried to walk with those flippers on? Not as easy as one would think.), de eerste trip was erg veel splutteren en zeewater waar er geen zeewater zou moeten zijn. We moesten ook stinger suits dragen, omdat vanaf November het officieel stinger season is aan de oostkust. Dan mag je ook niet meer zwemmen op het strand waar je wil, maar moet je zwemmen tussen de netten die uitgespannen worden.

Je zou denken, is al die effort wel nodig, maar dit zijn geen kwallen zoals wij ze kennen. Er zijn een twee/drietal erg giftige stingers die (wanneer je niet snel genoeg in een ziekenjuis raakt) dodelijk kunnen zijn. De box jellyfish (één van de giftige) is de dodelijkste zee-inwoner in Australië, it has more victims every year than a crocodile or a shark.

Naast snorkelen hebben we nog twee trips gedaan in Cairns: eentje naar Kuranda, een dorpje in de bergen, en één naar Cape Tribulation, het regenwoud gebied ten noorden van Cairns. Beiden waren best wel de moeite waard. :)

We gingen eerst naar Cape Tribulation, een dagtripje op de bus. Onderweg stopten we bij een aantal dingen, zoals de Mossman Gorge, een natuurlijke rotsvallei met watervallen enzo. Zeker een bezoek waard. We leerden ook veel over het regenwoud van onze gids, veel random feiten en trivia. Na de Mossman Gorge was het de boot op de Daintree rivier, om krokodillen en ander wildlife te gaan zoeken. Kroks hebben we gevonden, veel andere dingen jammer genoeg niet. :( Mijn queeste om een levende wilde slang te zien, lijkt gedoemd om te mislukken. :( Wel veel mooie foto's kunnen nemen! Na de lunch gingen we rechtstreeks naar Cape Tribulation Beach, waar je uit het regenwoud komt op het strand, en direct zicht hebt op een fringing reef. (De reclame slogan voor Cape Tribulation is dan ook “Where the rainforest meets te reef!”. :p) Best wel een mooi strand, hoewel we niet konden zwemmen wegens stingers en/of krokodillen.

Na het strand gingen we naar het rainforest information center, waar ze een soort boardwalk in het regenwoud gebouwd hebben zodat je in de lucht tussen de bomen loopt. Er is ook een observatietoren, waar je het regenwoud op verschillende niveau's kan zien. Daarna was het terug naar huis, met nog een paar look-out stops onderweg, voor een foto mogelijkheid. :)

Kuranda, onze andere dagtrip vanuit Cairns, was iets anders, maar toch net zo indrukwekkend. Kuranda ligt in de bergen, en er zijn verschillende scenic mogelijkheden om er te raken. De meeste tours bieden een heenreis met de Kuranda Scenic Railway aan, en dan een terugrit met de SkyRail. Beiden waren zeker de moeite met fantastische uitzichten, wat je ook wel zal kunnen zien eens de foto's online komen. ;)

In Kuranda zelf is er niet superveel te doen, maar genoeg om de paar uurtjes tijd die je hebt op te vullen. Er zijn redelijk wat winkeltjes (Kuranda overleeft namelijk op toerisme) en een paar parken. Wij zijn naar één van de drie geweest: Koala Gardens. De andere twee waren Butterfly Garden en Bird World. Het was te duur om ze alledrie te doen, en de koala's wonnen toch wel met voorsprong. :p Koala Gardens is trouwens ook waar zowel Emmy als ik de traditionele “hugging a koala” foto laten nemen hebben. Het moest er eens van komen, eh. (Best wel komiek dat ik per toeval die foto laten nemen heb op dezelfde plaats waar Charlotte hem een kleine 3 jaar geleden nam. :)) Ik deed het combi-pakket, koala en wurgslang; Emmy enkel de koala. Foto's komen online!

Wist je trouwens dat koala's ongelooflijk lekker ruiken? Da's al die eucalyptus. :p En dat ze lange en redelijk scherpe klauwen hebben? De krassen stonden de volgende dag nog altijd op m'n arm!

Na de koala's wast met de SkyRail terug naar Cairns, wat zeker ook een belevenis was. SkyRail is een kleine cabin die aan ijzeren touwen hangt en je over de bergen terug naar Cairns trekt. Een kabellift, dus. Zorgde voor een hoop heel indrukwekkende foto's die (je weet het ondertussen al) hopelijk snel online zullen komen. :p

Het plan was om de dag na Kuranda op de bus te hoppen naar Townsville, maar ik had plots wat last van maag/darmen, en long story short, moest naar de dokter. Het was eigenlijk wel nog goed om een dag rust te hebben want al die dagtrips en busritten enzo, je zou vergeten dat je eigenlijk op vakantie bent! Een tweetal dagen later vertrokken we dus op de bus naar Townsville. :)

Aangezien we al in Townsville geweest waren, bleven we er nu maar een paar dagen. Voornamelijk wilden we Magnetic Island bezoeken, wat een natuurparadijs met heel veel baaien en ongerepte stranden zou moeten zijn. (Bleek ook zo te zijn!)

Magnetic Island was ook een dagtrip, maar eentje die we alleen deden, 's morgens op de ferry en eenmaal we op het eiland waren, huurden we een Mini-Moke (een soort van een Mini, moet je maar es opzoeken). Dat bleek best wel een avontuur, om dat ding het eiland rond te krijgen; niet omdat ik links moest rijden maar omdat het een antiek machientje was! Tussen de 30 en de 40 jaar oud, dus de zetels waren niet aan te passen. Ik zat letterlijk met m'n knieën tegen het stuur! En op een gegeven moment wou da beestje echt niet starten en hadden we een kort moment van paniek (de fee als je één van de Moke's kapot maakte liep in de duizenden dollars) voor we de choke klep vonden. Aangezien we geen van beiden precies wisten hoe dat marcheerde, belden we vlug eventjes naar het main office en bleek dat we het helemaal niet kapot gemaakt hadden: het beestje was gewoon oud!

De hoofdactiviteit op Magnetic Island is zonnebaden en zwemmen, maar er zijn ook een aantal oude Wereldoorlog II forten die je kan gaan bezoeken. Best wel een stevige wandeling, zeker in de tropische temperaturen ginder, maar wel de moeite waard! Ten eerste, omdat het uitzicht op de top absoluut fantastisch is, en ten tweede omdat de Forts Walk vlak door het gebied loopt waar de wilde koala's leven! Magnetic Island heeft de grootste aantallen wilde koala's in Australië, dus we hoopten er toch wel een paar te zien!

Gelukkig hadden we het advies van verschillende mensen gevolgd en de wandeling als eerste activiteit gedaan, 's morgens (relatief) vroeg, en werden we daarvoor beloond! Gelukkig ook, want een paar mensen die we achteraf mee spraken zeiden dat zij later geweest waren, en geen koala's gezien hebben. Wij dus wel, twee keer zelfs baby koala's! :D So cute, you guys, you have no idea. :D

Na de wandeling werkten we een beetje aan ons kleurtje. We wilden nog een wandeling doen, maar het was iets te moeilijk voor mijn knieën, dus dan placeerden we ons maar op het strand. En de fun was nog niet over, aan het einde van een lange dag zonnebaden en foto's trekken hoort een deftig diner, wat in mijn familie betekend: barbecue!

In Australië (toch in Queensland) hebben ze openbare barbecues in het park. Is echt amusant om te zien, langs de Strand, het park langs het strand in Townsville, stond om de 500 meter ofzo, een blokje met een paar gasbarbecues en een paar picnic tafels ernaast. Ik vind het echt fascinerend, zeker omdat het allemaal zo proper is. Er staan overal vuilnisbakken en iedereen deponeert daar braaf hun afval in. Als er in België barbecues in het park zouden staan, ben ik er zeker van dat er in de kilometer errond hopen afval zou liggen. Maar hier niet.

Soit, Emmy en ik dus naar de winkel om boter, vlees en groentjes; en boom: impromptu barbecue! En na de barbecue naar Gelatissimo, een gelateria op de weg naar huis van het park met, niet gezeverd, de beste ijs ooit. Ze hebben een chocolade sorbet waar ik echt liters van zou kunnen eten. Zeker op het zelfde niveau, of niet beter dan de Da Vinci. :D A perfect ending to a perfect day!

Jammer genoeg moesten we de volgende dag Townsville al verlaten, maar het was met spijt in het hart. Ik heb niet veel affectie voor Cairns, maar Townsville vond ik het echt spijtig om achter te laten. Soit, I might go back one day, who knows! Al is het maar voor de chocolade sorbet. :p

En na Townsville was het opnieuw de bus op (we kunnen ondertussen al zeer goed overweg met de Greyhound Australia. :p) naar Airlie Beach, waar ik op dit moment zit!

Airlie Beach is eigenlijk niks, superklein met maar één straat en bijna niks te doen. Bijna, want Airlie Beach is de vertrekplaats voor de uitstap die elke backpacker doet. Er zijn drie vaste waarden voor backpackers die langs de oostkust trekken: Great Barrier Reef, Fraser Island en de Whitsundays.

En wat een trip is het. Het is nog zo één van die dingen die ik met geen worden kan beschrijven. Het is in principe een zeiltrip. Je gaat op een boot voor hoeveel dagen je wenst (je kan van 1 tot 5), en zeilt rond de 74 eilandjes die hier aan de kust liggen. Het is echt paradijs. Blauwe hemel, blauwer water, witte (en ik bedoel echt witte) stranden... Definitely one of the highlights of the trip.

Wij kozen voor een middelmaat, zowel in tijd als in prijs: 2 dagen, 1 nacht, op een boot genaamd de Waltzing Matilda. Het bleek uiteindelijk een goede keuze, want we konden veel dingen zien zonder dat alles gehaast voelde. Bovendien waren de slaapkamers (als je ze al zo kan noemen) erg erg klein, dus ik was best blij dat ik geen tweede nacht daarin moest slapen.

Het was echt subliem. Op de eerste dag trokken we naar wat waarschijnlijk het meest gefotografeerde strand van Australië is: Whitehaven Beach. En terecht want het is echt paradijs. Wit zand, zo fijn dat je moet opletten met je camera als er veel wind is, water blauwer dan dat ik het ooit gezien heb, en absolutely crystal clear. Je kon tot aan je kin in het water staan en als je naar beneden keek, kon je nog altijd je voeten zien. Really really really amazing. Een ervaring om nooit te vergeten. :) Eerst naar de lookout voor de fotografie en dan in de bikini en en in het water! We bleven daar ongeveer een 3 en een half uur, en dan moesten we jammer genoeg terug naar de boot, want het werd al wat laat in de namiddag. (Whitehaven is een 4-5 tal uren van Airlie met de boot, daarom dat we op de eerste dag niets anders konden doen.)

Na Whitehaven was het terug op Matilda en then we “chased the sunset”, om de term van onze skipper (Trent, die trouwens best wel aangenaam gezelschap was). En wat een zonsondergang, guys. Ik heb een mentale ranking van zonsondergangen die we gezien hebben die absoluut stunning waren: 1. Katherine National Park; 2. Whitsundays en 3. Uluru. Om eventjes super corny te wezen: I don't think I'll ever forget some of the things we saw here. Ik weet dat jullie nu denken “ja, duh!” maar... ik weet niet, ik kan het moeilijk omschrijven, maar het is precies alsof de natuurlijkse schoonheid van dit land iets vanbinnen aanraakt en verandert? I don't know, I probably sound like a crazy person, but then I've never been the most sane. ;)

Soit, alle meligheid achter de rug, het was echt fantastisch. Na de zonsondergang zeilden we naar een kleine baai waar we voor anker gingen tijdens de nacht. Het was één van de cyclone shelters (waar ze de boten van Airlie Beach zouden heen brengen als er een cyclone was), dus de oceaan was super glad. Goed ook, want slapen als je van de ene kant naar de andere rolt is allemaal goed en wel voor ervaren zeegangers, maar voor leken zoals wij... :p

's Morgens was iedereen best wel vroeg op, waarschijnlijk omdat de boot zo klein was dat je het ontbijt vanuit elke slaaphut kon ruiken en/of horen. Over het eten hadden we trouwens zeer weinig te klagen. Onze kokkin en tweede crew member heette Sara (hoewel ze liever had dat we haar Rainbow noemden. :p) en het verbaasde me telkens opnieuw welke kunsten ze uit die kleine bootkeuken kon halen. Lasagna of sorts, steak, een varieteit van slaatjes en dergelijke. Indrukwekkend, for sure. :)

De tweede dag was voornamelijk gewijdt aan snorkelen over het reef. Emmy en ik hadden deze keer geen onderwater camera bij, en hebben dit verschillende keren betreurt. Voor de mensen die denken dat het rif bij de Whitsundays te verwaarlozen is: totally not true. Er waren minder vissen, maar het koraal was net zo indrukwekkend, if not more so. PLUS, I got to swim with a turtle! Een kleintje, maar toch, een wilde schildpad! :D

Jammer genoeg mochten we deze keer geen flippers dragen en heb ik m'n voet gesneden op het koraal. Aangezien dat maar een twee dagen geleden was, loop ik nog altijd een beetje te hobbelen. :p Na twee verschillende snorkel sites, moesten we jammer genoeg terug zeilen. En het was effectief echt zeilen, met alledrie zeilen op en we gingen sneller vooruit dan wanneer de motor aanlag. :)

Also, very exciting, op de weg terug moesten Trent en Rainbow de zeilen naar beneden halen en had hij dus iemand anders nodig om de boot te sturen. Toen hij om iemand vroeg viel er eventjes stilte dus (is anybody surprised) zei ik maar dat ik het wel ging doen!

Twas eigenlijk echt niet zo moeilijk als ik gedacht had. :p Ik moest enkel ervoor zorgen dat we niet ronddraaiden en tussen de twee markering die Trent me toonde bleven. Not exactly rocket science, but a fun thing to do anyway. :D

En here we are now! Op dit moment zit ik onze hotelkamer in Airlie Beach, en ja het is effectief een hotelkamer. :p Ik had op voorhand gebeld om onze accomodatie te boeken, maar toen we hier aankwamen bleek alles in orde oor de zeiltrip, maar was onze kamer volgeboekt voor de nachten na de zeiltrip! Em en ik waren dus een beetje in paniek, want het is hier op dit moment “schoolies”, en dat (volgens wat ik begrijp) betekent dat alle middelbare scholen gedaan hebben, en alle afgestudeerde tieners naar hier komen om te feesten (en lawaai te maken. Grrrr.). Dus het ging zeer moeilijk worden om op zo'n korte termijn nog iets anders te vinden.

Dus na een beetje marchanderen met de receptioniste, heb ik voor ons een privé hotelkamer kunnen versieren aan een serieuze korting van $100 per nacht! Kvind het wel jammer dat we morgen moeten vertrekken, want tis by far de meest luxueuze kamer dat we op onze reis in verbleven hebben. :( Maar aan alle mooie liedjes komt een eind, zeker? Soit, we gaan je wel nog es een foto tonen van het uitzicht. :p Want we zitten een verdieping of 8 de lucht in en vlakbij het strand, dus. :D

En van vertrekken gesproken: important announcement! Em en ik hebben op dit moment alle accomodatie en transport en dergelijke geboekt, dus hebben we een clear schedule van wanneer we waar kunnen zijn. Een clear schedule dat ik met jullie zal delen! :) Bij deze: onze whereabouts min of meer tot we op de vlieger stappen en naar huis komen!

21/11 – 24/11: Rockhampton
24/11 – 27/11: Hervey Bay (& Fraser Island)
27/11 – 02/12: Brisbane
02/12 – 11/12: In een auto ergens tussen Rockhampton en Brisbane (we huren een auto en doen een mini-roadtrip. Yaaaaay, road trip, road trip!)
11/12 – 17/12: Surfers Paradise
17/12 – 21/12: Byron Bay
21/12 – 24/12: Port Macquarie
24/12 – 29/13: Newcastle
30/12 – ?? : Sydney

Vanaf dan wordt het iets losser. Van 30/12 tot 12/01 huren we een campervan en roadtrippen we van Sydney naar Melbourne, en dan vanan 12/01 tot 16/02 blijven we in Melbourne. En om 16/02 stappen we op de vlieger terug naar het Belgenlandje. ;)

Dus bij deze: geen vragen meer over waar we zijn en wanneer we waar zijn en dergelijke! Memoriseren die handel. ;)

Ik heb op dit moment helemaal niks meer te zeggen, kan je dat geloven, want we zijn helemaal up to date met de blog! Hah. Geen comments meer om een vervolg te eisen dus, jongens. :p

As always, take care of yourselves! We miss you all, en zeker nu dat voor ons de datum van terugkeer dichter en dichterbij komt! Ik weet dat het nog 3 maanden is, maar in vergelijking met de 9 maanden die al voorbij zijn, is dat niet zoveel meer. :)

Cheers guys, and all my love. :)

Xxx Lindsey

PS: firstly, uh, sorry the end of the blog was kinda delayed. :/ Phone shenanigans. And secondly: I suck at Dutch so just ignore any and all dt mistakes, kay? :D Awesome.

zondag 6 november 2011

Patience is a virtue...?

Begin September gingen we van de middelmatige temperaturen in Adelaide, naar een 30 graden in Alice Springs! Het was gelukkig een aangename warmte, niet van dat drukkend weer (dat kwam later nog). Vanaf het moment dat we van het vliegtuig stapten hadden we zoiets van 'Yes, that's what we're talking about!'. :)

We namen de shuttlebus van de vlieghaven naar ons hostel, de YHA. Ik vond het een zeer goed hostel! De keuken alleen al was properder dan die in het huis on Dandenong Road in Melbourne. :P We deelden een kamer met 6 andere meisjes.
Onze eerste dag was vooral gevuld met ons installeren in onze kamer. Dan zijn we even op ons bed gaan liggen... om net op tijd voor zonsondergang wakker te worden.

Verschillende reisgidsen raadden ons aan Anzac Hill op te zoeken at sunset. So that's what we did. Meteen kregen we ook onze eerste indruk van Alice. Wat opviel was natuurlijk de Aboriginals. Daar hebben we weinig van gezien in Melbourne en Adelaide. Dat was hier wel anders!

Anyway, het is/was niet zo goed gesteld met onze (uhm toch alleszins mijn) conditie, maar we zijn de heuvel goed en wel opgeklommen. De zon baadde Alice en omgeving in een oranje gloed. Op Anzac Hill staat een monument om World War II te herdenken, een witte pillaar die door de zon ook oranje kleurde. De zon zakte dieper en veranderde van oranje naar rood. Nog voor ze de bergen raakte ging ze onder, in het niets zo leek het. She was there, and the next moment she wasn't. Heel erg vreemd!

Onze tweede dag in Alice Springs hebben we het rustig aan gedaan. Het voelde nog altijd vreemd om in zo'n warme temperaturen te zitten na Melbourne en Adelaide. In Adelaide was het al lente aan het worden, maar dat was geen 30 graden.

In Alice is er nie superveel te doen, maar we hebben toch onze tijd kunnen vullen. We zijn naar een reptile house geweest. Amazing, allemaal slangen, waaronder de meest giftige. Het was wel grappig toen iemand die daar werkte de kooi van een giftige slang opendeed om (denk ik) hem wat uit te kuisen. Lindsey vond dat fascinerend, ik deed een paar stappen naar achter en deed mijn best om me geen rampscenario's in te beelden.

Ik vind slangen enzo wel mooi hoor. Achter slot en grendel.

De hagedissen en gekko's waren super! Ik wil er bijna eentje als huisdier. Kwas tegen dan wel nog geen grote fan van goanna's. Er is er eentje – Frank – die vrij rondloopt daar. Bij het binnenkomen waarschuwen ze je om uit te kijken waar je loopt!

Foto's heb ik zelf niet veel getrokken, maar Lindsey wel en eens ze ze heeft geupload kan je ze op haar facebook bewonderen.

In de tuin van the reptile house leeft er ook een zoutwaterkrokodil. Ik was tegen dan ook nog geen grote fan van die beesten, haha, maar het was wel very impressive. Zoutwaterkrokodil zijn de mens-etende, btw. De niet mens-etende zijn zoetwaterkrokodillen en zijn ook kleiner.

We zijn ook een kijkje gaan nemen bij de Flying Doctors. Misschien kennen jullie wel het principe van de Flying Doctors, of herinneren jullie een tv serie ofzo. Het bezoek was kort maar informatief. In een land als Australië kan een organisatie als de Flying Doctors wel het verschil maken. Ze worden grotendeels gesteund door de overheid. Maar ze hebben daarnaast ook nood aan donaties. Nieuwe vliegtoestellen moeten bijvoorbeeld worden aangekocht en geld van de overheid is daarvoor niet voldoende!

Onze tour naar Uluru en Kata Tjuta was de dag daarop. Het is een eindje rijden en we hadden maar 1 dag, dus om 5.50 in de ochtend werden we al opgehaald. Met kleine oogjes stapten we de bus op en ik geef toe, ik heb het meeste van de rit heen afgewisseld tussen slaap en proberen niet in slaap te vallen. Eens we het park bereikten, voelde ik me wakkerder en werd het ook interessanter. Tijdens de busrit vertelde de buschauffeur (of een van de, want ze waren met 2) wat meer over de omgeving en ook over Uluru en Kata Tjuta.

Het is soms moeilijk om die cultuur waar je over leest en hoort, tijdens tours naar Uluru en dergelijke te verenigen met het beeld van de Aborigines die je ziet in Alice Springs of Darwin. Aborigines krijgen geld van de overheid (veel zijn eigenaar van grote stukken land die de overheid least, en zo krijgen veel aborigines maandelijks een cheque), maar eens ze dat geld ontvangen spenderen ze het meeste aan alcohol. Met als gevolg dat je af en toe dronken Aborigines ziet op straat. Vooral in Alice Springs vond ik dat in het begin choquerend. Ze zijn ook erg luid. Anyway, ze hebben een heel andere manier van leven. In geval dat er iemand meer wil weten, eens ik beter internet heb (zit op dit moment samen met Lindsey in The Middle Of Nowhere, Australia) zoek ik een blogpost op over de Aborigines in Australië dat onze couchsurfing host in Darwin ons aanraadde te lezen. Hopelijk vergeet ik het niet.

Dat terzijde.

Uluru was super. Mensen die het zich ontzien van de tocht naar Alice te maken zeggen vaak “It's just a piece of rock.”. Dat is hun recht, I guess, maar ik ben blij dat we het wel gezien hebben. Het is ook leuk om het met een tour te doen. Tis een lange rit heen en terug, en als je niets weet over de achtergrond, ja dan is het idd maar een stuk steen waar je 3 uur naartoe rijdt, wat foto's van neemt en dat is het dan. Ik heb er alleszins van genoten.

Aan het eind van onze dag, bij de ondergaande zon, aten we barbeque en dronken we bubbels (of fruitsap). De kleuren van Uluru veranderen tijdens zonsondergang van oranje naar een diep donkerrood. Zelfs een beetje paars. An excellent ending to an excellent day.

De rit terug was het donker en moest de buschauffeur opletten voor kangoeroe's enzo. We hebben moeten remmen omdat er een kameel de weg overstak.

Jaja, kamelen. Eigenlijk wist ik niet dat die er waren in Alice Springs. Ze zijn er niet altijd geweest, maar werden overgebracht toen er nog geen auto's bestonden om de woestijn over te steken. Er zijn nu een heleboel wilde kamelen.

Onze laatste dag vertrokken we maar om 7 uur 's avonds. We hadden nog iets leuks in store voor tijdens de dag! We zijn kameel gaan rijden. Ik ben nu aan het twijfelen of dat de juiste term is, maar kan lik nie op een andere manier komen om het te zeggen! Paardrijden. Kameelrijden. Whatever, you know what I mean. Dat was een belevenis! En best wel comfy. You know, as far as sitting on the back of an animal goes. Onze kameel heette Pixie. Ze ging al meteen rechtstaan toen ik nog maar half op haar geklommen was, en toen moest Lindsey er nog op. Pixie had a mind of her own.

Twas best cool. We waren met een paar mensen (ik denk 10?), 2 per kameel. En dan reden we langs het 'wandelpad', genietend van het landschap. Nu ja, genieten, twas vlak en droog. :P Twas een leuke ervaring.

Daarna was het tijd te vertrekken op de koude Greyhound bus op weg naar Katherine! Maar meer daarover in een andere blogpost. :)

Foto's kan je vinden op Facebook:

Alice Springs - Anzac Hill
Uluru en Kata Tjuta

En Picasa:

Anzac Hill
Uluru en Kata Tjuta
Camels!



Ciao!
X

Emmy

PS: Ik weet dat het een eindje duurt om alle blogposts online te krijgen. Terwijl we in the outback zaten was het nu eenmaal nie makkelijk te internetten en het was ook nie mijn prioriteit. Ik zou zeggen dat we vanaf nu regelmatig updaten maar geen beloftes maken lijkt mij het best. We doen ons best! In the mean time zijn we bereikbaar op onze gsms, facebook en email!

Take care everyone. Until next time.